Hoe kan je een goede balans vinden tussen werk en privé?
Je neemt je elke zondagavond voor: deze week ga ik het anders doen. Meer rust. Beter plannen. Tijd voor jezelf. Maar voor je het weet, is het vrijdag en ben je opnieuw leeg. Geleefd. Alsof je werk ongemerkt álle ruimte heeft opgeslokt, met nog net wat energie over voor de boodschappen en een half gesprek aan de keukentafel. Dus je googelt op ‘balans vinden tussen werk en privé’. In de hoop dat het dit keer wél lukt.
Wat als de oorzaak van een goede balans vinden tussen werk en privé niet in een slechte planning ligt?
We denken vaak dat we de balans tussen werk en privé moeten verbeteren door slimmer te plannen of beter onze grenzen aan te geven. En ja, dat kan zeker helpen. Maar wat als je probleem niet zit in ‘te veel hooi op je vork’, maar in het soort werk dat je doet? Wat als je werk je niet alleen tijd, maar ook energie kost? Wat als je elke dag zo op de automatische piloot draait, dat je thuiskomt zonder nog íets van jezelf over te hebben?
Veel vrouwen die ik spreek worstelen niet met balans omdat ze slecht plannen. Ze worstelen met balans omdat hun werk niet meer klopt. Omdat ze taken uitvoeren waar hun hart niet (meer) ligt. Omdat ze functioneren op wilskracht, niet op motivatie. En dát vreet energie. Er is geen planner die daar tegenop kan.
Balans is niet alleen een kwestie van uren, maar van energie
De echte vraag is niet: Hoe deel ik mijn dag in? Maar: Waar loopt mijn energie op leeg? Je kunt een keurig ingedeelde agenda hebben, met voldoende vrije momenten, en je tóch voortdurend opgebrand voelen. Waarom? Omdat je werkt op een manier die niet past bij wie jij bent. Omdat je je continu aanpast. Of omdat je werk vraagt om kwaliteiten die niet meer vanzelf gaan en je elke dag voorbijgaat aan wat jij belangrijk vindt. Balans gaat over méér dan tijd. Het gaat over ruimte voor jezelf. En die ruimte ontstaat alleen als je werk jou niet leegtrekt.
Signalen dat je werk de oorzaak is van je disbalans
Soms merk je dit pas als je echt stilvalt. Maar vaak zijn er al eerder signalen. Je:
- bent thuis sneller kortaf, zonder duidelijke reden.
- hebt weinig behoefte meer aan sociale dingen, omdat je al ‘vol’ zit.
- herkent jezelf niet meer in je werkhouding.
- denkt regelmatig: Zo wil ik dit niet nog jaren doen.
- voelt je vooral schuldig over wat je níet goed genoeg doet.
Als je meerdere van deze signalen herkent, dan is het misschien tijd om niet alleen te kijken naar je grenzen, maar ook naar je baan.
Wat als je wél weer energie uit je werk zou halen?
Stel je voor: je doet werk dat je echt raakt. Dat past bij wie je bent en wat je kunt. Je voelt je betrokken, uitgedaagd en hebt het gevoel dat je iets toevoegt. Hoe zou dat je thuissituatie beïnvloeden?
Als werk je voedt in plaats van uitput, wordt balans ineens een stuk makkelijker. Niet omdat je minder werkt, maar omdat je werkt met meer voldoening. En dát geeft lucht. Ik zie het keer op keer: zodra vrouwen keuzes maken die wél bij ze passen, ontstaat er ruimte. In hun hoofd, in hun agenda, in hun relaties. Ze hoeven namelijk niet meer te compenseren.
Balans vinden tussen werk en privé begint bij eerlijk tegen jezelf zijn
Als je blijft hangen in werk dat niet goed voelt, ga je dat op andere plekken in je leven voelen. Je gaat slechter slapen, raakt sneller geïrriteerd en voelt je schuldig dat je er thuis niet écht bent. De eerste stap naar balans vinden tussen werk en privé is dus niet: harder je best doen. Maar: goed luisteren. Naar je gevoel, naar je grenzen en naar die stem die al een tijdje zegt: Er moet iets veranderen. In mijn e-book ‘Uit de Twijfelzone’ help ik je daarbij. Niet door je een to-do-lijst te geven, maar door je opnieuw in contact te brengen met wat voor jou werkt.